Een van de belangrijkste onderdelen van autorijden is het kijkgedrag. Door goed om je heen te kijken en de spiegels goed te gebruiken zie je gevaar op tijd aankomen en wordt autorijden een stuk veiliger. Tijdens de rijlessen zullen wij jou een vast kijkpatroon aanleren. De bedoeling is dat je naarmate je ervaring opbouwt automatisch je spiegels gaat controleren voordat je aan een manoeuvre begint.
Mensen maken fouten, ook op de weg. Ook al kun je perfect autorijden, een ongeluk zit in een klein hoekje. Je bent namelijk ook afhankelijk van andere weggebruikers die soms geheel onverwachte beslissingen maken. Door goed om je heen te kijken kun je een bepaalde situatie beter inschatten en daardoor ook de fouten van andere weggebruikers beter zien aankomen.
Op de weg vind je een hele hoop obstakels waar je door middel van een zijwaarse verplaatsing omheen moet. Het is belangrijk dat je voordat je opzij gaat goed om je heen kijkt. Het kan namelijk best zo zijn dat een ander voertuig of een fietser op dat moment naast je rijdt, zonder dat je dat van tevoren gezien had. Je kijkgedrag zal dan als volgt moeten zijn:
Belangrijk is dat je tijdens deze beweging niet vluchtig in de spiegels kijkt, maar ook echt ziet wat er gebeurt. Het spreekt voor zich dat je ook op de weg vóór je moet blijven letten.
Moet je door een verkeerssituatie langzamer rijden of helemaal stilstaan, kijk dan behalve vóór je ook goed in de binnenspiegel naar het verkeer achter je. Als jij op tijd stil staat betekent dat niet dat de auto achter je ook goed oplet. Sta je bijvoorbeeld stil voor een verkeerslicht en een auto nadert je te snel van achteren dan kun je hier sneller op reageren.
Tijdens het oversteken van een kruising kunnen er diverse gevaren optreden. Andere weggebruikers kunnen je niet gezien hebben of zich niet aan de regels houden. Ook als je voorrang hebt is het belangrijk om goed om je heen te kijken. Als er een goed overzicht is op de kruisende weg, dan kun je al vooraf inschatten wat het naderende verkeer gaat doen.
Veel leerlingen houden hun blik gericht op een aantal meters voor de auto of op de auto voor zich. Een gevaarlijke verkeerssituartie wordt op die manier veel te laat opgemerkt. Door verder vooruit te kijken zie je een gevaarlijke situatie eerder aankomen en kun je hierop anticiperen. Wordt er vier auto's voor je geremd, dan kun je ervan uitgaan dat de auto direct voor je ook zal gaan remmen. Je kunt er dan op reageren door je snelheid alvast aan te passen.
Houdt tijdens het rijden je blik niet strak op één punt gericht. Blijf je blik altijd verplaatsen. Zo krijg je een veel beter totaaloverzicht op het verkeer om je heen. Een naderende gevaarlijke situatie hoeft zich niet altijd recht voor je te gebeuren, maar kan ook vanaf de zijkant of van achteren komen.
Veel leerlingen vergeten de dode hoek tijdens het kijken, terwijl deze uitermate belangrijk is. Een voertuig kan compleet verdwijnen in de dode hoek en niet zichtbaar zijn in je spiegels. Kijk dus bij elke zijwaarse verplaatsing even in je dode hoek.